JAN VAN DER WERF - INSECTENBESTRIJDING


 
Bijen

Honingbijen
Bruin, licht gestreept. Heeft in de natuur een duidelijke functie in de bestuiving en het verzamelen van de nectar (honing). Een ´wilde´ zwerm kent enkele duizenden bewoners. Een zwerm eenmaal ondergebracht in een korf of kast zal groeien tot 25.000 tot 40.000 bijen. De bij kent alleen een ´steekgedrag´ als er gevaar dreigt. Het bestrijden van deze insecten zal vermeden moeten worden. Overlast door zwermen kan opgelost worden door een imker te waarschuwen om ze te laten scheppen.
 

Metselbijen 8 - 12 mm
Kop en borststuk zwartblauw, achterlichaam bronskleurig, sterk behaard.
In het vroege voorjaar bezoekt het solitaire metselbijtje alle vroeg bloeiende planten, zoals viooltjes, krokussen, hyacinten, bloeiende wilgen. Ze nestelt graag in het hout en openingen in muren. Brengen geen schade toe aan materialen. Leeft in groepen bij elkaar, maar werken voor zichzelf. Alleen in het voorjaar waarneembaar.

Bestrijden overbodig.